Anekdotes

De volgende artikelen zijn geplaatst:

1 . Verkiezingen in het Swijnshooft

2.  Jus d’Orange

3.  Hoezo verstopte toiletten?

4.  Het raadsel van een stalen balk

——————————————————

1 . Verkiezingen in het Swijnshooft

Kort na de opening in 1968 van ’t Swijnshooft, kwam het Stichtingsbestuur op het idee om de jongelui waarvan zij het vermoeden hadden dat deze beschikten over politiek talent of begiftigd waren met een uitzonderlijk organisatietalent het dagelijks bestuur te laten vormen.
In de statuten van de stichting werd een artikel van orde opgenomen dat handelde over de verkiezingen van een nieuw dagelijks bestuur. Zo stond er onder meer in dat er 1x er jaar verkiezingen moesten worden gehouden. Dit vanwege de kans op tussentijdse uitstroom door huwelijk of het aanvaarden van een werkkring ergens in het Noorden van het land. Scherp over nagedacht, dus: hiervoor werd een verkiezingsreglement opgesteld.
In dit protocol stonden onder meer twee opmerkelijke zaken.
1. In het stemlokaal van de achterbar, voor intimi ook wel Kitchkamer genoemd, mocht door de kandidaten op generlei wijze reclame worden gemaakt.
2. Iedere kandidatenlijst moest compleet blijven gedurende de verkiezingsperiode.
Dus tussentijds terugtrekken van de lijst, al was het maar één kandidaat, betekende dat alle kandidaten op die betreffende lijst zich moesten terugtrekken.
Voorwaar een voedingsbodem voor spektakel en handig politiek gemanoeuvreer. Met betrekking het reglement (zie onder ‘1’) werd door ’n kandidatenlijst uitbundig reclame voor zijn lijst gemaakt door een marktkraam in de tussenruimte te plaatsen, dus pal voor de ingang van de kitchkamer. Daar werd sympathie verkocht door pamfletten en drankmuntjes uit te delen. Het verkiezingsspel werd op het scherpst van de snede gespeeld, immers men maakte geen reclame in maar slechts voor de verkiezingsruimte. Ook werd tijdens het verkiezingsweekend het alom bekende plaatje van Soeur Sourir opvallend vaak gedraaid. Jullie voelen het al aankomen. De kandidaten van de andere belangrijke lijst begonnen zich behoorlijk ongemakkelijk te voelen. Dit werd nog versterkt toen na sluitingstijd heimelijk de stembussen werden geopend en tussentijds!!! de stemmen werden geteld. Zou het onheil nog kunnen worden afgewend? Tot diep in de nacht bleef het zojuist gevormde crisisteam zoeken naar een oplossing. Creatief denken. Dat was waar het op aankwam.
Gelukkig bood het reglement wederom uitkomst. “Lees het reglement (zie onder ‘2’) nog maar eens goed”, riep de voorzitter van het crisisteam, tevens lijstaanvoerder van de concurrerende lijst. Als we morgen Yvo Kortmann vol stoppen met bier en hem vragen om zich als kandidaat terug te trekken, is zijn lijst niet meer compleet en zijn we ook van Soeur Sourir af.
Yvo zal wel ja zeggen want hij studeert in Groningen. En zo geschiedde. Wat een leerschool. Wat een diplomatie!!

In ieder geval bleef het nog jaren gezellig op ’t Swijnshooft.

Een bijdrage van Dominique Venrooy

 2.  Jus d’Orange

Tijdens onze actieve jaren in ’t Swijnshooft werd er altijd veel aandacht besteed aan de service die de bar moest kunnen leveren aan onze geachte clientèle. De donateurs dus. Enerzijds omdat ze bijna of net de pubertijd waren ontgroeid en ze dus van thuis een toestemming met voorbehoud hadden gekregen om, als ze dit zelf wenste, behalve bier of tonic nog wat andere en meer exclusieve drankjes te proeven. Anderzijds leverde deze vorm van serviceverlening voldoende toegevoegde waarde op vanwege de instroom van 6-kantige betaalmuntjes die een hogere waarde vertegenwoordigde dan die koperen vierkante muntjes. Het toenmalige stichtingsbestuur had hiertegen dan ook weinig of geen bezwaar. Mede omdat een van de leden van het Stichtingbestuur een bedrijf had dat o.m. de drank – advocaat – produceerde.

Door heimelijk een marktonderzoek te houden bij de Bossche horeca waren wij er achtergekomen dat bij onze concurrent – café de Parade – veel jus d’orange werd gedronken. Maar hieraan werd iets  toegevoegd met een percentage 40+, maar kan ook geweest zijn 55+ waardoor er een heerlijk mixdrankje ontstond. De barcommissie legde deze kans op omzetstijging voor aan het toenmalige bestuur. Dominique V., destijds bestuurslid en hoofd van de bardienst, plaatste meteen na carnaval een eerste order bij Liebrand in de St. Josephstraat voor de levering van 2 dozen met 12 glazen literpotten gevuld met dit overheerlijke vruchtensap. Tot de maand juni liep dit aantal op tot 6 dozen van 12 literflessen per week. Toen deed de firma Liebrand een aanbod. Genereus dat dit bedrijf zo met ons meedacht.  Als ’t Swijnshooft een order zou plaatsen van 24 dozen van 12 flessen werd ons 15% korting in het vooruitzicht gesteld. Voor de fa. Liebrand zelf had dit ook zijn voordelen. N.l. Minder sjouwwerk en minder vaak leveren, hetgeen de kosten van transport ongetwijfeld zou drukken. Een win-win situatie dus. De barcommissie besloot op dit voorstel in te gaan en in het begin van de maand juli werd de eerste megaorder  van 288 potten Jus d’Orange geleverd. Iedereen blij.

Maar goed, niets verandert zo snel als de mode.  Jullie raden het al. Toen in augustus de sociëteit aan het nieuwe seizoen begon was het drinken van jus d’Orange plotseling uit de mode en stonden de 288 potten in de voorraadkamer te schimmelen. Gelukkig had Peter van de M. enige weken eerder met een geweldige kunstgreep het damestoilet weten te ontstoppen, zodat het legen van de potten geen probleem was. De conclusie die je uit dit verhaal kunt trekken is dat ,vanwege de ruimte die we van het Stichtingsbestuur altijd hebben gekregen, het exploiteren van een organisatie voor velen van ons een geweldig leerproces is gebleken. Een feit is wel dat bij mijn weten de leden van het Stichtingsbestuur hiervoor nimmer zijn bedankt. Ook Peter van de M is voor zijn heldendaad nimmer voorgedragen voor een onderscheiding van de Stichting Carnegie.

En wat de kunstgreep van Peter van de M. in het damestoilet betreft kunnen jullie in een andere anekdote het echte verhaal hierover lezen.

Een bijdrage van Dominique Venrooy

3. Hoezo verstopte toiletten?

Waar veel mensen verblijven is vaak de belasting van de toiletafvoer ook aanzienlijk. Vooralsnog hoeft dit geen probleem te zijn. Echter, in ’t Swijnshooft verliepen destijds de dingen altijd  anders dan bedoeld. Deze opmerking vereist een nadere inkijk, aanvankelijk in figuurlijke zin en wat later in de meest letterlijke zin. Wat speelde er? In de loop van een herfstachtige nazomeravond merkte de mannen dat er in hun toilettengroep steeds meer rokjes met naaldhakjes begonnen rond te lopen. Mannen vinden veel leuk maar zij vonden dat ze ook recht hadden op een eigen plek. En deze dreigde te worden ingepikt door de rokjes met naaldhakjes. Navraag leerde dat er op het damestoilet problemen waren met de capaciteit van de toiletafvoer. Nu zijn mannen altijd wel bereid om dames in nood te helpen. Tot een wederdienst graag bereid, heet dat dan. Een van de mannelijke donateurs, Peter van de M. stond erom bekend dat hij veel voor de medemens overhad en bovendien ook nog handig was. Aangezien er in die jaren op vrijdagavond geen loodgieters bereikbaar waren was  hij graag bereid om het gerezen probleem op te lossen. Alleen maar een Engelse sleutel en een plastic handschoen had hij nodig. De rest kon iedereen aan hem overlaten. Als er maar geen pottenkijkers in de buurt zouden zijn. Onder deze condities ging hij aan de slag. Vlug draaide hij met de Engelse sleutel de vier bouten los waarmee de toiletpot op de stenen vloer zat vastgemaakt. Vlug werd de pot van zijn plek gerukt en door middel van één snelle handomdraai was het probleem in de afvoerbuis verholpen. Pas na enkele biertjes was hij weer een beetje terug op de wereld en bracht verslag uit aan het bestuur. Hij had zojuist namelijk een heuse handdoek uit de afvoerbuis verwijderd.  Als bestuur hebben wij nog lang gediscussieerd of Peter vanwege deze heldendaad kon worden voorgedragen voor een Carnegie onderscheiding.

Een bijdrage van Dominique Venrooy

4.  Het raadsel van een stalen balk

In 1968 mocht het Stichtingsbestuur dan eindelijk de sleutel in ontvangst nemen van het pand gelegen Achter Het Wild Varken. Het eerste onderkomen van ‘t Swijnshooft dus. Daarna volgde de 1 e verbouwing die door vrijwilligers in vanzelfsprekend bouwkundig opzicht uiterst precies werd uitgevoerd. Bij tal van dilemma’s waarvoor de bouwgroep zich zag geplaatst kregen we ook een advies van de brandweer. Want alles moest wel veilig zijn. Zo ook het dringend advies om een zware stalen H-balk aan te brengen in het plafond bij de grote bar. De fao Wiggers wooninrichters had op de 1 e verdieping namelijk haar magazijnen voor wat zwaardere meubels en het door het plafond zakken van deze spullen moest immers worden voorkomen. De bouwgroep “Swijnshooft” wees de brandweer op een H-balk die al geruime tijd in de achtertuin voor dit doel klaar lag. Dat ding was natuurlijk veel te zwaar om deze met onze bouwtechnische inzichten probleemloos op de door de brandweer gewenste plaats aan te brengen. Nee, dit was voor hen wat te hoog gegrepen. Besloten werd om ter plekke een houten bekisting aan te brengen en deze te voorzien van steengaas en daarna met kalk en cement glad afte smeren. De balk zelf werd op een diepte van 20 cm in de achtertuin ter aarde besteld en voorzien van een laag tuinaarde. Onzichtbaar voor de controleurs.

En inderdaad is de brandweer nog gekomen om met kloppen tegen het nieuwe stucwerk vast te stellen dat de stalen balk in het plafond was aangebracht. Wij en zij knikten goedkeurend en zo kon de bouwgroep ”’t Swijnshooft” weer een, voor hen onbegrijpelijk bouwkundig probleem van het lijstje afstrepen.

Een lid van de bouwgroep “‘t Swijnshooft”